|
Van 1810 tot 1813 was Nederland nog ingelijfd bij Frankrijk,
maar daarna werd Willem I aangesteld als Soeverein Vorst der
Nederlanden. Het was het einde van de Franse tijd (1795-1813).
De Franse tijd had echter grote invloed op het Nederland
na die tijd. De eerste Grondwet was ingevoerd, het Burgerlijk
Wetboek, de Burgerlijke Stand, de dienstplicht, het kadaster,
achternamen, huisnummers en standaardmaten en -gewichten:
de kilo, meter en liter..
Wat merkten de Hauwerters van al deze veranderingen?
Gemeente Hauwert
In 1811 voerden de Fransen hun grootste bestuurlijke hervormingen
door. Er werden gemeenten gevormd met een burgemeester, adjunct
burgemeester en een gemeenteraad. En ja, ook Hauwert was een
paar maanden lang een zelfstandige gemeente met als burgemeester
Jacob Visser (zie Jacob Visser)
met als adjunct Luitje Schilder en een gemeenteraad, bestaande
uit vijf personen.
De ingestelde indeling bevredigde echter niet. Er ontstonden te veel zeer kleine gemeenten.
De Franse Gemeentewet van 1811 bepaalde daarom een minimale omvang van 500 inwoners. In Hauwert woonden 270 personen.
Door dit criterium werd de gemeente Hauwert voor eens en altijd opgeheven.
Hauwert werd ingedeeld bij Nibbixwoud, tesamen met Midwoud en Oostwoud.
Na 1817 werden Midwoud en Oostwoud uit de combinatie gehaald en bestond de gemeente Nibbixwoud nog slechts uit Nibbixwoud en Hauwert.

Staatkundig Dagblad van het Departement der
Zuiderzee (11-01-1812)
Vreemde Werklieden
Tijdens de korte tijd dat Jacob Visser burgemeester was van Hauwert kreeg hij vragen over het aantal vreemde
werklieden in Hauwert. Zijn antwoord hierop was:
"Gereedelijk voldoe ik aan Uedelgestrengen
Gerespecteerde van den 26 November 1811 no. 5 op Vragen:
1e Het getal Vreemde Werklieden uit andere Departementen 's
jaarlijks voor eenige tijd
bij ons komende arbeiders is 13
personen
2e komende meestal uit Munsterland
3e Zij komen gewoonlijk 15 Junij en vertrekken met augustus
4e Grasmaaijen, Hooijen en Dorse
5e De Somme welke zij mede nemen worden geschat op 25 Gulden"
Invoering van de dienstplicht
In Nederland werd de militaire dienstplicht, toentertijd
"conscriptie" genaamd, in 1810 ingevoerd na inlijving van
het Koninkrijk Holland in het Franse Keizerrijk. Door middel
van loting werd bepaald wie dienst moest nemen (de loteling)
in het Franse leger. Het systeem werd na de verdrijving van
de Fransen en de stichting van het Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden in stand gehouden, de zogenaamde Nationale Militie.
Tot 1898 kon iemand die ingeloot was echter een vervanger
(remplaçant) inhuren. Na 1898 gold de persoonlijke dienstplicht.
De dienstplicht bestond tot 1997.
In het Westfries Archief zijn lijsten van 'lotelingen' bewaard
uit de begintijd van de dienstplicht.
Alphabetische Lotingslijst Geformeerd bij mij
President van het bestuur ten getale van 146 Personen den
5e Januarij 1814
De 'President van het bestuur' was Hendricus Zijp, in dat jaar burgemeester van Oostwoud, Midwoud, Nibbixwoud en Hauwert.
Onder de 146 lotelingen waren 44 Hauwerters. De lotingslijst
geeft een mooi beeld van de 'jonge' mannen die Hauwert toen
bevolkten en wat voor beroepen zij uitoefenden. (zie
lotingslijst 1814).
Opvallend: op deze lijst komt ook de predikant van Hauwert uit die tijd, Dirk ten Napel, voor. De dominee overleed een jaar erna, in 1815.
Op de Lotingslijst van de personen tot 45 jaar komen ook
twee zonen van Gerrit Gerrits Vleerlaag en Trijntje Cornelis
Sneboer voor, Cornelis en Jan. Hun zoon Gerrit Vleerlaag was
reeds in 1813 overleden. Hij was een van de 15.000 Nederlandse
soldaten die gedwongen werden te vechten in Rusland in 1812.
Van die 15.000 soldaten overleefde slechts een klein deel
die barre tocht.
Naast de lijst van personen tot 45 jaar was er ook een 'Alphabetische
Lijst der Persoonen van de 45 tot de 50 Jaaren oud'
opgesteld (Reservisten?). Hierop komen onderstaande 10 Hauwerters
voor, allen van beroep 'boer':
Naam |
Reclame tot uitzondering of opgave
van Ligchaamsgebreken |
Jan de Boer |
|
Poulis de Boer |
|
Teunis de Boer |
doof |
Jan Butter |
gebrek aan een oog |
Jacob Dekker |
|
Arien Groot |
middelste vinger van de regterhand stijf |
Tijmen Houter |
breuk |
Cornelis Kapitein |
gebrekkig van gang |
Luijtje Schilder |
|
Jacob Wognum |
|
Nederduitsche Gereformeerde Kerk vanaf 1816 Nederlands
Hervormde Kerk
De terugkeer van de Oranjes had ingrijpende gevolgen voor
de kerk. De éénheid bleek al lange tijd niet sterk te zijn.
In feite bestonden er zeven provinciale kerken, die onder
even zo vele (provinciale) synoden fungeerden en met elkaar
niet veel meer dan een administratieve band hadden. Om hier
een eind aan te maken ging de koning nogal autoritair te werk
en legde de kerk bij Koninklijk Besluit van 7 januar i1816
het "Algemeen Reglement op het Bestuur der Herv. Kerk in het
Koninkrijk der Nederlanden" op. De Nederduitsche Gereformeerde
Kerk heette vanaf dat moment de Nederlands Hervormde Kerk.
(bron: Hervormde
Gemeente Katwijk)
Uit de notulen van de Kerkeraad
Er staan niet veel bijzondere dingen in de notulen uit die
tijd. Men hield vooral de inkomsten- en uitgaven keurig bij.
Bij de uitgaven van de kerk worden ook de giften aan de armen
vermeld.
In dit decennium zijn dit Jacob Vijzelaar en Evert IJsbrandtz.
Een enkele maal wordt Jan Cromheer ook bedeeld. Als Jacob
overlijdt gaan de giften naar zijn weduwe. Zo wordt als gift
in 1815 gemeld:
twee Nieuwe Hemde aan de wed.Jb Vijzelaar
voor dezelve een Neusdoek
Bij de inkomsten worden ook de doodskleden gemeld:

Doodskleden 1818
Werd er geschreeuwd in de Hauwerter kerk?
Op 2 februari 1818 kreeg de kerkeraad een 'aanschrijving
van het Synode betrekkelijk de betamelijke uitoefening van
den openbaren Godsdienst de gemeente bekend te maken (moet
van preekstoel afgelezen worden)'.

'Op het Godsdienstig gezang behoeven wij niet minder onze
aandacht te vestigen, als eene gewigtige verrigting, waarbij
wij ons wel hebben te wachten voor alle hard en ongeregeld
geschreeuw - om het gewigtige daarvan meer te bezeffen, acht
het Synode het niet ondienstig, dat de Gemeente nu en dan
een vers staande zingt!'
En de kranten?
Naast het bericht, hierboven gemeld bij 'Gemeente Hauwert'
(Binnenlandse berichten) komt in één krant een Hauwerter voor,
en wel de overleden predikant Dirk ten Napel.

Nederlandsche Staatscourant 1-5-1815
|
Tijdvakken
|